Een paard is een herbivoor of planteneter, het gebit is bijgevolg ontworpen om vezelrijk en plantaardig voedsel te vermalen. Door het eten van ruwvoer zijn de tanden gedurende het ganse paardenleven onderhevig aan slijtage (2-3mm/jaar). Hierdoor schuiven de tanden steeds meer op naar het oppervlak (eruptie van de tanden) waardoor de tandwortel korter lijkt te worden naarmate het paard ouder wordt.
Modern rijpaard VS Wild paard
Een vraag die wij als dierenarts en paardentandarts regelmatig te horen krijgen is: โWaarom moeten de tanden van onze paarden gecontroleerd worden, in de natuur gebeurt dit toch ook niet?โ.
Het moderne rijpaard dat we vandaag de dag kennen is echter niet te vergelijken met een wild paard. Een modern paard krijgt zacht krachtvoer, snoepgoed en hooi van steeds fijnere kwaliteit verdeeld over 2 of 3 maaltijden per dag. Dit in tegenstelling tot een wild paard dat ruw, wild gras eet in combinatie met takken en struiken gedurende bijna de ganse dag. De tanden van ons modern paard slijten bijgevolg onvoldoende af waardoor problemen in de mond ontstaan. Dit heeft gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van het paard.
Anatomie van het gebit
In de mond van het paard vinden we verschillende soorten tanden: snijtanden, evt. hengstentanden, evt. wolfstanden, premolaren (melkkiezen) en molaren (ware kiezen).
De snijtanden (12 in totaal) bevinden zich vooraan in de mond en dienen om het gras af te โknippenโ waarna het door de kiezen vermaald wordt.
Meer naar achter in de mond kunnen we bij hengsten, ruinen en sommige merries hengstentanden (of haaktanden) terugvinden. Deze geven normaal gezien geen problemen tijdens het rijden en dienen bijgevolg meestal niet verwijderd te worden.
Dit in tegenstelling tot de wolfstand, die in sommige gevallen wel last kan veroorzaken bij het rijden met bit. De wolfstand bevindt zich vlak voor de eerste kies en wordt zichtbaar tussen 6 en 18 maanden leeftijd. Deze tand is niet bij alle paarden aanwezig. Indien aanwezig, kan hij zeer makkelijk verwijderd worden aangezien de wortel erg kort is.
Tenslotte zijn er nog de kiezen, deze zijn de belangrijkste elementen van het gebit. We spreken van premolaren of melkkiezen (12 in totaal) en molaren of ware kiezen (12 in totaal).
Het gebit van een volwassen paard bezit 36 tot 42 tanden (afhankelijk of er hengstentanden en/of wolfstanden aanwezig zijn). Niet elk paard heeft evenveel tanden!
Tussen de snijtanden en de kiezen is een regio waar zich geen tanden bevinden, deze wordt โlagenโ genoemd. Dit is de plaats waar het bit zich bevindt tijdens het rijden.